Omgaan met overtuigingen (hoefijzermodel)

Alles over coaching, training en bedrijfsevenenmenten

Omgaan met overtuigingen (hoefijzermodel)

Omgaan met overtuigingen hoefijzermodel

Laatste keer bijgewerkt op 15, oktober, 2020 by Virgil van Dijk

Omgaan met overtuigingen? Hoe kun je belemmerende overtuigingen ombuigen naar overtuigingen die jou wel verder helpen? Met de NLP hoefijzer techniek wordt het makkelijker om belemmeringen kwijt te raken en er een motiverende overtuiging voor in de plaats te krijgen.

Wat is een overtuiging

Inhoudsopgave coaching training en Bedrijfsyoga!

In de wereld heeft niets betekenis van zichzelf. Alles krijgt betekenis door de betekenis die we daar zelf aan geven. Overtuigingen zijn een van de filters waarmee we de wereld ervaren. Om precies te zijn: overtuigingen zijn generalisaties, die vaak ontstaan zijn uit het verleden. Je hebt een of meerdere keren iets meegemaakt, en je gelooft vervolgens dat het altijd zo zal zijn.

Zij bepalen voor ons wat er wel en wat er niet mogelijk is voor ons. We geloven ergens in, we hebben daar ‘bewijs’ voor (in het verleden werkte dat, dus is het zo). Echter is dit niet automatisch waar. Overtuigingen houden we namelijk in stand met ‘bewijs’ uit het verleden. Maar het verleden is niet gelijk aan de toekomst. Dus overtuigingen zijn niet de waarheid. Het zijn maar vastgezette denkpatronen. Overtuigingen worden in stand gehouden maar het verleden is niet gelijk aan de toekomst…

Daarnaast kun je een tweedeling maken: we kennen bevorderende overtuigingen en belemmerende overtuigingen.

Verschil overtuigingen en kernovertuigingen

Een overtuiging zit op gedragsniveau en is zichtbaar en hoorbaar voor andere. Een Kernovertuiging is lastiger te herkennen, de kernovertuiging die je zelf hebt kenmerkt zich in dat waar je echt in gelooft, wie je bent! Overtuigingen kunnen echt wel veel betekenen voor je leven. Als jij het idee hebt dat er iets niet mogelijk is, en je gelooft die overtuiging, dan zal je uiteindelijk ook gelijk krijgen. Automatisch wordt er gezocht naar bewijs om die belemmerende overtuiging te voeden en daar waar aandacht naar toe gaat, dat groeit. In zo’n geval kan een overtuiging je dus beperken. Maar wellicht is een overtuiging waar in 1 geval, maar is die overtuiging niet op alles en iedereen van toepassing. Hieronder enkele voorbeelden:

  • Mijn passie volgen betekent dat ik niet genoeg verdien. (Zijn er mensen die hun passie volgen en wel genoeg verdienen?)
  • Ik mag geen fouten maken. (Heb je weleens een fout gemaakt en dat overleefd?)

Deze onware overtuigingen helpen je vaak niet verder. Dan kun je beter in iets geloven dat je wel verder helpt. Wat als alles wat ik wil, wél mogelijk is?

De hoefijzertechniek omgaan met overtuigingen

NLP Hoefijzer

Met de NLP hoefijzer techniek van Dilts kun je afscheid nemen van overtuigingen die je niet verder helpen en dat gat opvullen met een overtuigingen die jou wel verder helpen.

We hebben drie categorieën namelijk, GelovenOoit geloofd en willen geloven. Daartussen zitten twee fasen die de overgang eenvoudiger kunnen maken. Dit samen vormen de 5 categorieën.

De 5 categorien van het hoefijzermodel

Bedenk voor elk van de 5 categorieën een situatie. Bij elk van deze situatie gaan we een anker aanbrengen. Dat kun je doen door bijvoorbeeld de 5 categorieën op te schrijven en deze in de vorm van een hoefijzer op de grond te leggen. Ga op het ‘vloeranker’ van de categorie staan en denk daarbij aan een specifieke situatie. Ervaar deze zo goed mogelijk zodat een sterk anker ontstaat.

  • Ooit geloofd (wellicht die man die jarig is in december)
  • Open voor twijfel (ga ik deze zomer nog op vakantie?)
  • Geloven (Mijn naam is)
  • Open om te geloven (Op 11 mei gaat iedereen weer naar school)
  • Willen geloven, maar nog niet geloven (Fouten maken mag)

De hoefijzer oefening:

Ervaar iedere situatie zo goed mogelijk en schrijf het bijvoorbeeld op. Bij de stappen hieronder loop je dan van het ene vloeranker (briefje) naar het andere vloeranker.

Stap 1. Pak een belemmering die je nu gelooft en graag kwijt wilt. Zet de stap naar Open om te twijfelen. Ervaar deze belemmering zoals in de situatie dat je er open voor staat om te twijfelen. Zou je je kunnen voorstellen dat de belemmering misschien niet waar is?

Stap 2: Pak nu een verwante overtuiging die je graag zou willen geloven maar nog niet gelooft. Zet nu de stap van willen geloven naar open om te geloven. Ervaar deze nieuwe overtuiging alsof je open staat om te geloven. Zou je je kunnen voorstellen dat er een beetje van waar zou kunnen zijn.

Stap 3: Ga terug naar Open om te twijfelen en zet de stap naar Ooit geloofd met de belemmering in gedachten. Ervaar nu de belemmering alsof je deze ooit geloofde. Kun je je voorstellen dat je het nu niet meer geloofd, maar er ooit wel in geloofde?

Stap 4: Ga nu terug naar Open om te geloven en zet de stap naar Nu geloven met de nieuwe overtuiging in gedachten. Ervaar nu de nieuwe overtuiging alsof je deze gelooft. Kun jij je voorstellen dat dit 100% waar is.

Bevorderende overtuigingen en omgaan met belemmerende overtuigingen.

Robert Dilts veel werk verricht op het gebied van overtuigingen. Hij verklaart overtuigingen als beperkende of bekrachtigende generalisaties. We hebben deze al eerder benoemd als bevorderende overtuigingen en belemmerende overtuigingen.

Overtuigingen zijn zinvol en bekrachtigend als je ze in bepaalde contexten op subjectieve wijze gebruikt. Voor iedere overtuiging is er wel een context te vinden waarin het zinvol is om die overtuiging toe te passen.

Overtuigingen worden beperkend als je ze als objectief gaat beschouwen. Als je een overtuiging gaat toepassen op meerdere contexten – dus generaliseren – zal je uiteindelijk een situatie tegenkomen waarin die overtuiging beperkend werkt.

Het bekende voorbeeld is dat van het kind dat van zijn/haar ouders leert om niet met vreemden te praten. Als die overtuiging gegeneraliseerd wordt naar meer contexten, bijvoorbeeld naar later in het volwassen leven van het kind – werkt deze overtuiging beperkend.

Een ander voorbeeld: De overtuiging “Hoe meer ik geef, hoe meer geluk ik zal hebben,” is niet zinvol als je in een gezin woont waarin je niet gewaardeerd wordt als je iets voor anderen doet. In je huidige gezinscontext is het zinvol om die overtuiging niet meer toe te passen (en om wellicht te scheiden). In andere contexten, zoals je nieuwe relatie of je vrijwilligerswerk, is het wél zinvol om die overtuiging toe te passen.

Overtuigingen zijn (onbewuste) generalisaties over…

  • oorzaken;
  • bedoelingen;
  • betekenissen;
  • grenzen;
  • en beperkingen.

…Met betrekking tot Omgaan met overtuigingen:

  • de wereld om ons heen;
  • specifiek gedrag;
  • capaciteiten;
  • waarden;
  • identiteit;
  • en zingeving.

Zie je dat er verschillende soorten overtuigingen kunnen zijn? Namelijk…

  • op oppervlakkig niveau: omgeving, vaardigheden en gedrag;(de overtuigingen)
  • en op kern-niveau: waarden, identiteit en zingeving. (de kernovertuigingen)

Veel voorkomende overtuigingen

Voorbeelden van beperkende overtuigingen zijn:

  • Ik kan mijn dromen niet navolgen want ik ga er misschien in falen.
  • Vind mij zelf niet mooi , ik kan niet presenteren voor groepen.
  • Wat ik te zeggen heb is niet belangrijk.
  • Het is al te laat… Er is toch niks wat ik kan doen…
  • Ik voel me een slachtoffer.

Hoe spot je nog meer voorbeelden van overtuigingen? Verderop in dit artikel leer je precies hoe je overtuigingen herkent en opspoort. Eerst moeten we ingaan op waarom overtuigingen zo belangrijk zijn…

Overtuigingen beïnvloeden je vaardigheden, gedrag en omgeving Omgaan met overtuigingen

Als je er écht van overtuigd bent dat je geen leuk mens bent, dan is dat voor jou de realiteit. Ook al zeggen 100 mensen dat je wel een leuk mens bent, dat zal niet tot je doordringen. Je hoort het niet eens. Of als je er echt van overtuigd bent dat je wel een leuk mens bent, dan is dat jouw realiteit en zal het je niks doen (het dringt niet door) als 100 mensen zeggen dat je geen leuk mens bent.

Als we sterk aan onze overtuigingen vasthouden, riskeren we blind te worden voor de realiteit en alleen te zien wat onze overtuigingen bevestigen.
– Haemin Sunim

Ook wordt dit ‘confirmation bias’ genoemd: je gaat op zoek naar wat jouw overtuiging ondersteunt (deductie). Als je overtuiging is dat je voor het geluk geboren bent, zie je het overal. Als je voor het ongeluk geboren bent, zie je dat ook overal. Ook op talloze andere manieren beïnvloeden overtuigingen de lager gelegen logische niveaus.

Iedereen heeft zijn eigen overtuigingen, en die zijn niet de waarheid.

Conclusie over omgaan met overtuigingen

Een conclusie die we nu alvast kunnen trekken, is dat wanneer je bijvoorbeeld je gedrag wil veranderen of verbeteren, het zinvol kan zijn om te onderzoeken welke overtuigingen je hierover hebt. Je overtuigingen bepalen hoe je filtert: ze bepalen je weglatingen, vervormingen en generalisaties.

Veel overtuigingen ontstaan van 0 tot 7 jaar (de imprint-periode)

Tijdens een NLP-training geef ik vaak het voorbeeld van een kleuterklas: als een kind in de kleuterklas kleurtjes mag kiezen om te gaan tekenen, en het doet er een beetje lang over, wat doet het dan met het kind als de meester zegt: ‘Hier! Jij kunt geen keuzes maken. Neem deze!’ En een overtuiging is zojuist ontstaan…

Als je tijdens de imprint-periode een groep kinderen vraagt: ‘Wie kan er heel goed zingen/tekenen?’ Dan roept iedereen enthousiast: ‘Ik, ik, ik!’ Stel je deze vraag aan een groep volwassenen, gaat er misschien een hand omhoog.

Voorbeelden van overtuigingen

  • Relaties zouden makkelijk moeten zijn, anders zijn ze het niet waard.
  • Ik ben niet slim genoeg om dit te leren.
  • Wat ik ook doe, het zal toch geen verschil maken.
  • Als ik doe wat me gezegd wordt, zal ik liefde ontvangen.
  • Hoe meer ik geef, hoe meer succes ik zal hebben.
  • Als ik mezelf aan anderen geef, zal dat zeker voor wederkerigheid zorgen
  • Alle Hollandse vrouwen zijn mooi.
  • Alle mannen zijn opscheppers.
  • Ik ben onwaardig.
  • Ik ben een slachtoffer.
  • Er is altijd een weg.
  • Groot materieel geluk is grote slavernij.

Hoe verander je beperkende overtuigingen?

Overtuigingen kun je op twee manieren veranderen: gewoon in een gesprek of in een oefening. Laten we beginnen met hoe je in een gewoon gesprek overtuigingen kunt veranderen. Hieronder vind je een aantal voorbeelden van deze herkaderingen:

Manier 1: van de ovaal naar de vierkant in bovenstaand model

We gaan gebruikmaken van chunking: abstracter en/of concreter worden. Eerst ga je upchunken om de positieve intentie te vinden, oftewel de criteria van de overtuiging (bijvoorbeeld zekerheid). Vervolgens kun je weer downchunken naar een alternatieve overtuiging voor het vervullen van diezelfde positieve intentie.

Dus:

  1. Eerst upchunken: “Wat is de positieve intentie van deze overtuiging? Waar wil dit gevoel je voor beschermen? Wat wil het je vertellen? Wat doet deze overtuiging voor jou? Hoe dient het je? Is het niet belangrijker dat…?”
  2. Daarna chunk je weer omlaag naar een nieuwe overtuiging: “Hoe kun je de positieve intentie op een andere manier bevredigen, zonder deze overtuiging nodig te hebben?”

Manier 2: van de ovaal naar de driehoek in bovenstaand model

“Klopt dat wel?” Chunk omlaag naar verschijnselen, oftewel feiten, zodat je tegenvoorbeelden tegen gaat komen voor de betreffende overtuiging. Bijvoorbeeld: “Zie je, mannen doen ook A, B en C, waaruit blijkt dat niet alle mannen een varken zijn.” “Oh, ik had die voorbeelden nog niet opgemerkt. Dat zorgt ervoor dat ik mijn overtuiging ga twijfelen!”

Gebruik meer vragen om de overtuiging te ontkrachten door de andere persoon te laten zien dat de overtuiging beperkend is: “Wie zegt dat? Volgens wie? Hoe weet je dat dat waar is? Welk concreet bewijs heb je om deze overtuiging te onderbouwen? Heb je voorbeelden waarin het wel lukte?”

Manier 3: meer omdenk-mogelijkheden (herkaderen)

Neem bijvoorbeeld de ‘wereldmodel-herkadering’. Deze herkadering zit op downchunk-niveau, dus in de driehoek van bovenstaand model: het verschijnsel.  De wereldmodel-herkadering laat op prachtige wijze zien dat een overtuiging geen feit is en dat het morgen al compleet anders kan zijn. Hieronder vind je een aantal voorbeelden van deze herkadering:

  • “Het leven is moeilijk.” “Dus voor jou, Piet, is je ervaring geweest dat het leven moeilijk was geweest?”
  • “Ik kan niet zingen.” “Dus jouw perceptie is dat je niet kunt zingen?”
  • “Het is moeilijk om geld te verdienen.” “Dus het is moeilijk voor jou om geld te verdienen?”
  • “Ik vind het moeilijk om vroeg op te staan.” “Dus op een gegeven punt in je leven had je de ervaring gehad dat het moeilijk is om vroeg op te staan.”
  • “De wereld is plat.” Dus jij gelooft dat de wereld plat is. Dus jouw perceptie is dat de wereld plat is.”
  • “Ik kan niet leren.” “Dus jij hebt ervaringen gehad waaruit je geconcludeerd had dat je niet kunt leren.”
  • ‘Ik kan niet bij mijn gevoel komen.’ ‘Nee, dat is niet waar – het is geen feit – je kunt wél bij jouw gevoel komen. Want met ‘Ik kan niet voelen’ pin je het vast alsof jij dat altijd bent, terwijl je morgen of zelfs de volgende minuut compleet nieuw bent.

Of neem de betekenis-herkadering: dit is het herkaderen van de ovaal in bovenstaand model: “Welke andere betekenis kunnen we aan het verschijnsel geven?”

Meer manieren om omgaan met overtuigingen te veranderen

Overtuigingen veranderen in een gewoon gesprek

  • Informatie verzamelen. Hoe je de relaties tussen het driehoekje, de ovaal en de vierkant ook ziet, het is erg zinvol om ze allemaal uit te vragen. Heb je bijvoorbeeld alleen de ovaal gehoord? “Ik voel me geïrriteerd”, dan kun je vragen: “Wat veroorzaakt dat voor jou?”
  • Op welke manier heeft dit invloed op je leven? Op welke manier is deze overtuiging/gebrek aan geloof in jezelf je duur komen te staan?
  • Wat gebeurt er wanneer je dit blijft geloven (over een jaar)?
  • Ben jij dat of is dat je gremlin, die aan het praten is?
  • Wie zou je zijn zonder die gedachte?
  • Waar kwam deze overtuiging vandaan? Wie gaf je deze overtuiging? Hoe voel je je nu over deze persoon? Respecteer je hem? Is deze overtuiging vandaag nog steeds geldig? Is het zinvol om hem nog steeds te geloven?
  • Gebruik alle andere vragen van het coach-model, waar beperkende overtuigingen een onderdeel van zijn, namelijk bij ‘obstakels.’
  • Geloof niet alles wat je denkt. Denk je dat niemand je leuk vond tijdens je middelbare school-periode, of dat anderen je raar vonden? Je doet het allemaal jezelf aan. In werkelijkheid zou het zomaar zo kunnen zijn dat iedereen je juist heel ontspannen en zelfverzekerd vonden overkomen…
  • ‘Het lukt me gewoon niet om me vrolijk te voelen.’ ‘Wanneer besloot je dat?’
  • Was er een punt in je leven waarin iemand tegen je zei dat het niet oké is om…?
  • Gebruik de wondervraag: Doe alsof je {nieuwe overtuiging} nu gelooft.
  • Gebruik priming om twijfel te zaaien over een overtuiging. Zoals je verderop in dit artikel met het hoefijzer-model leert, is het zinvol om niet direct van geloven naar niet meer geloven te gaan, maar om van geloven via twijfelen naar niet meer geloven te gaan.

Iedere ‘Ik kan het niet’ is eigenlijk: ‘Ik heb het nog niet gedaan.’ En dat wordt zelfs: ‘Ik ga het doen.’

PIPI Langkous

6 Stappen voor het veranderen van Omgaan met overtuigingen.

  1. Verzamel informatie.
  2. Week de oude overtuiging een beetje los.
  3. Vervang de oude overtuiging met een nieuwe overtuiging.
  4. Test
  5. Future pace
  6. Installeer de nieuwe overtuiging op je tijdlijn in een context waar/wanneer het zinvol is.

Leg niet te veel nadruk op beperkende overtuigingen

Je hoeft eigenlijk je beperkende overtuigingen niet eens te kennen of te benoemen. Er is niks mis met je. Het is helemaal niet zo dat je jezelf ‘saboteert met beperkende overtuigingen.’ Ga daar nooit heen met je gedachten.

Je hoeft alleen de overtuigingen die je wil te installeren. Dus wat je wel kunt doen: ‘Hoe kan ik dit nog meer bekijken? Wat ben ik nu nog niet aan het zien wat ik misschien wel zou kunnen zien? Aan welke nieuwe deur kan ik kloppen? Wat voor ander aspect zit hieraan? Welke nieuwe twist kan ik hieraan geven?’

Slotgedachte: overtuigingen zijn belangrijk maar staar jezelf er niet blind op…

Als je te veel nadruk gaat leggen op overtuigingen, loop je de kans om een wollige goeroe te worden. Soms moet je gewoon veel concreter te werk gaan dan het werken met overtuigingen, wat een abstract concept is.

Boeken over Omgaan met overtuigingen hoefijzermodel

Wil je je verder verdiepen in overtuigingen? Dan is ‘Verander je Overtuigingen’ (via Bol.com) van Robert Dilts een aanrader.

Dit artikel over Omgaan met overtuigingen (hoefijzermodel) is geschreven door Virgil van Dijk

Virgil van Dijk
volg me op
Laatste berichten van Virgil van Dijk (alles zien)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.